* 29 DECEMBER 1890 HET BLOEDBAD VAN WOUNDED KNEE

 Door A.Holemans, de NAIS Gazet

Chief Spotted Elk aka Bigfoot (*)

 Na de dood van Sitting Bull vreesden de Hunkpapa’s voor represailles.

200 Hunkpapa vluchtten weg van Standing Rock om zich bij Chief Spotted Elk aka Bigfoot te voegen in het Cheyenne River reservaat. Spotted Elk was chief van de Miniconju group. Hij was oud en ziek. Daar hij vreesde dat alles nu verloren was besloot hij zijn volk naar het Pine Ridge reservaat te leiden waar ze met Red Cloud onder een zekere bescherming konden leven.

Op 23 december begon hun lange tocht in de bittere koude.

Op 28 december 1890 werden Bigfoot en zijn volgelingen onderschept door een afdeling van de 7° cavalerie ten zuidwesten van de Badlands nabij Porcupine Butte.

John Shnagreau, scout en vertaler voor het leger was half Sioux en hij gaf Majoor Samuel M. Whitside de raad om de indianen niet ter plaatse te ontwapenen.

De soldaten begeleiden de Lakota 5 mijl west- waards tot aan Wounded Knee.

Hier sloegen zij hun kamp op.

Later op de avond arriveerde Kolonel James W. Forsyth met de rest van de cavalerie en dat bracht het totale aantal soldaten op 500.

In contrast: er waren slechts 350 indianen waarvan slechts 120 mannen, de rest waren vrouwen en kinderen.

 

Hotschkiss kanonnen

 

De soldaten omsingelden het kamp van Big Foot en plaatsten vier Hotchkiss kanonnen rond het kamp, de lopen gericht op de tenten waar de vrouwen en kinderen bijeen zaten.

 

Op 29 december, bij dageraad, gaf kolonel Forsyth het bevel voor de overdracht van de wapens en de onmiddellijke deportatie van de indianen uit wat nu plots “militaire zone” geworden was.

Over wat er toen precies gebeurde is er nog steeds geen duidelijkheid.

 

Volgens sommige bronnen zou Yellow Bird, een medicijnman, begonnen zijn met het uitvoeren van de “Ghost Dance”.

Hij moedigde de mensen aan om te dansen en niet bang te zijn daar de hemden die ze voor de dans droegen geen kogels zouden doorlaten. Terwijl de spanning onder de soldaten steeg weigerde een indiaan, die doof was en het bevel tot overdracht niet gehoord had, zijn wapen af te geven.

Een getuige zou de soldaten toegeroepen hebben “Black Coyote is doof!”

Toen de soldaat toch verder ging om het geweer met geweld te ontfutselen werd er nogmaals geroepen: “Stop! Black Coyote kan je niet verstaan!”

Dit werd opnieuw genegeerd en terwijl twee soldaten Black Coyote langs achter vastgrepen klonk er in de schermutseling plots een geweerschot. Op dat moment gooide Yellow Bird een handvol zand in de lucht en een vijftal Lakota krijgers gooiden hun dekens af en toonden de wapens die ze verborgen hadden.

Daarop begon iedereen in het wilde weg te schieten.

 

Generaal Nelson A Miles schreef daarover:

“ Een schermutseling ontstond tussen een indiaan met een geweer en twee soldaten. Er viel een schot en het bloedbad begon.

Niet enkel de krijgers, maar ook de zieke chief Bigfoot, en een groot aantal vrouwen en kinderen die over de prairie probeerden te ontsnappen, werden achternagezeten en afgemaakt.”

 

Aanvankelijk had er een “lijf aan lijf” gevecht plaats, bijna de helft van de indiaanse mannen werden gedood of gewond nog voor zij de kans kregen om één schot te lossen.

Sommige krijgers konden een wapen grijpen en schoten terug op de soldaten. Zonder dekking, en met de meeste Sioux ongewapend duurde deze eerste fase slechts enkele minuten.

Terwijl de soldaten met de krijgers vochten vuurden andere soldaten de vier kanonnen, die op het kamp gericht waren af op de tenten waarin enkel de vrouwen en de kinderen zaten.

Heel veel soldaten werden op die manier gedood door “eigen vuur”.

Vrouwen en kinderen vluchtten het kamp uit om dekking te zoeken in een nabijgelegen ravijn.

De officieren verloren alle controle over hun manschappen.

Sommige renden als krankzinnigen over het slagveld en maakten alle gewonde indianen af.

Anderen sprongen op hun paarden en achtervolgde de vluchtende Lakota mannen, vrouwen en kinderen. In sommige gevallen tot mijlen ver over de prairie.

Op het einde van de slachtpartij die nog geen uur geduurd had lagen er 150 dode Lakota krijgers en 50 zwaar gewonden op het ‘slachtveld!’

Het leger telde 25 dode soldaten waarvan de meesten gedood werden door hun eigen kanonnen.

 

Verslag van ooggetuigen

 Black Elk (1863-1950) Medicijnman, Oglala Lakota

“ Ik weet niet meer hoe het eindigde. Wanneer ik er nu, op hoge leeftijd op terugblik, zie ik nog even duidelijk voor mijn ogen de prairie bezaaid met afgeslachte vrouwen en kinderen, als toen ik het met mijn jonge ogen aanschouwd heb.

En ik zie dat er ook nog iets anders gestorven is op die rampzalige, bloedige dag en begraven werd onder de sneeuwstorm. De droom van een volk is op die dag gestorven. Het was een mooie droom.....de hoepel van het volk is gebroken en uiteengerukt.....” (1932)

 

 

American Horse (1840-1908) Chief Oglala Lakota

“ Er was een vrouw met een baby in de armen die gedood werd, terwijl ze zich wou overgeven.... Een moeder werd neergeschoten, de baby die aan haar borst lag besefte niet dat ze dood was en bleef van haar melk drinken.... Vrouwen die met hun baby’s probeerden te vluchten werden tegelijk neergeschoten... en nadat de meesten dood waren riep een stem dat al diegenen die niet dood waren naar voren moesten komen, en dan zouden ze veilig zijn. Daarop kwamen kleine bange jongens uit de struiken gekropen. Dan omsingelden de soldaten hen en werden ze afgeslacht...”

 

Edward S.Godfrey, Kapitein Com. COD 7° Cavalerie

“ Ik weet dat de mannen niet meer gericht schoten. Zij waren uitermate opgewonden. Ik geloof dat ze alles uit het oog verloren. Zij vuurden als bezetenen en het leek alsof er na een paar seconden niets meer in leven was; vrouwen, krijgers, kinderen, honden, paarden.... alles werd afgemaakt.”

 

Hugh McGinnis, 1° Bataljon Co.K 7° Cavalerie

 “ Generaal Nelson A Miles, die vanwege een hevige sneeuwstorm het slagveld pas na 3 dagen kon bezoeken, bemerkte dat er ongeveer 300 door sneeuw bedekte lichamen verspreid lagen over het landschap. Hij ontdekte tot zijn grote afgrijzen dat hulpeloze vrouwen en kinderen met baby’s in hun armen tot 2 mijlen ver achternagezeten en meedogenloos afgeslacht werden door de soldaten. Te oordelen aan de slachting die zich hier bij Wounded Knee heeft afgespeeld kunnen we veronderstellen dat de soldaten alle controle over hun zinnen kwijt waren. Want hoe anders kunnen wij zulke wrede daden uitleggen.”

 

Na het bloedbad.....

 

Na een zware sneeuwstorm die drie dagen lang aanhield bereikte Generaal Miles eindelijk Wounded Knee.

Om de lijken te begraven werden er een aantal burgers ingehuurd.

De put voor het massagraf werd gegraven op de heuveltop van waarop een Hotschkiss kanon dood en verderf zaaide.

 

Er werden vier, nog levende kleine baby’s gevonden die, in sjaals gewikkeld bij hun dode moeders lagen.

Op het veld telden zij 84 dode mannen, 44 dode vrouwen en 18 dode kinderen.

7 Lakota lagen dodelijk gewond tussen de lijken.

Generaal Nelson Miles was zeer geschokt door het gebeurde en heeft openlijk kritiek geleverd op kolonel Forsyth, en hem het bevel over de 7° cavalerie afgenomen.

Na een “informeel” onderzoek door de krijgsraad werd Forsyth enerzijds op de vingers getikt, maar anderzijds dan ook weer niet verantwoordelijk gesteld voor het bloedbad.

Hoe dan ook, het “oorlogssecretariaat” ging niet akkoord met de beslissing van Generaal Miles en gaf Forsyth het bevel over de