1 november 1879 Culturele genocide

Door NAIS

Dood de Indiaan, red de mens

 

“ Een groot generaal heeft gezegd dat de enige goede Indiaan een dode Indiaan is....

In zekere zin ga ik daarmee akkoord...

De indiaan in het ras moet dood.

Dood de Indiaan in hem, red de mens.”

 Richard Pratt

Oprichter van Carlisle Indian Industrial School

Wie was Richard Pratt

Bij het uitbreken van de burgeroorlog (1861) werd Richard Henry Pratt ingelijfd in het leger waar hij vlug promotie maakte.

In maart 1867 kreeg hij de leiding over het Afro- Amerikaans regiment dat samengesteld was uit bevrijde slaven.

Het regiment droeg de naam “Buffalo Soldiers” ( zie ook http://www.denaisgazet.be/vandaag-in-de-geschiedenis/dood-van-apache-chief-victorio ) en was gestationeerd in Fort Sil (Oklahoma)

Pratt’s actieve militaire loopbaan duurde meer dan 8 jaar.

 Hij heeft deelgenomen aan sommige belangrijke conflicten met de Indianen van de zuidelijke vlakten, zoals het Washita bloedbad , waarbij Black Kettle vermoord werd,) en de Red River War 1874-78.

 

Toen de Indiaanse oorlogen stilaan ten einde liepen vatte hij het plan op om de gevangen genomen indianen te gaan “heropvoeden.”

Hij was ervan overtuigd dat, wanneer hij hen kon dwingen hun reeds meer dan 10.000 jaar oude cultuur te verwerpen, Engels te leren en hun geloof af te zweren om Christenen te worden, dat zij dan zouden kunnen aanvaard worden in de blanke gemeenschap als "volwaardige blanken."

 

In Fort Marion, Florida, bracht hij een paar dozijn indianen samen die hij geselecteerd had uit de indiaanse gevangen van de Red River War.

Hij had grootse plannen om na het experiment hetzelfde te doen met de Afro- Amerikanen, Puerto Ricanen, Mexicanen, Latino’s, Eilandbewoners van de Stille Oceaan en Aziaten.

Pratt’s praktijken van gedwongen “Amerikanisering” van de indianen werd toen reeds door sommigen beschouwd als culturele volkerenmoord.

Uit zijn brieven gericht aan de regering blijkt zijn vast geloof in de methode: Dood de Indiaan, Red de mens.

 

De kostscholen

 Pratt’s idee sloeg wel aan bij een grote meerderheid.

Er werden kostscholen opgericht die bestuurd werden door nonnen waar kidnapping, ziekten, zedenmisdrijven, zelfmoorden tot zelfs doodslag door uit de hand gelopen afranselingen schering en inslag waren.

Iedere herfst werden kinderen van alle leeftijden (tot baby’s toe) met geweld gescheiden van ouders, familie en vrienden en weggevoerd naar een kostschool.

Deze kostscholen waren ver verwijderd van hun volk en land zodat het onmogelijk was contact te houden met de familie.

Zodra de kinderen op de school aankwamen werden bij de jongens de lange haren (symbool van “heidendom”) kort geschoren.

Vlechten waren totaal verboden.

Wanneer zij ook maar één woordje in hun eigen taal spraken werden zij afgeranseld.

De nonnen spraken alleen Engels en daar de kinderen geen Engels verstonden keerden ze zich soms in zichzelf , dit kon enkele jaren duren voor ze konden zeggen wat zij voelden.

Mede hierdoor stierven er vele kinderen aan ziekten omdat zij niet konden duidelijk maken wat zij precies voelden.

Anderen stierven door uit de hand gelopen straffen

De dode kinderen werden gewoon in een kuil in de tuin geworpen, in een naamloos graf.

Hun families werden niet op de hoogte gebracht van het overlijden.

 

Het “schoolleven” stond in sterk contrast met het leven thuis waar kinderen belangrijke, volwaardige stamleden waren.

Daar kregen zij hun dagelijkse taken; visnetten nakijken (Canada), honden voederen, hout hakken en in het dorp verzamelen, het vlees dat moest gedroogd worden in stukken snijden, enzovoort.

In de kostschool werden geen taken van hen verwacht. Zij kregen niet de verantwoordelijkheid voor anderen, wat ze in de stam wél hadden.

Alles werd hen voorgezegd, het enige wat ze moesten doen was de uitermate strenge gehoorzaamheidswetten volgen of anders.......

Resultaat

De scholen waren vreselijke en eenzame plaatsen voor de kinderen, maar ook voor de families in het thuisland viel het gemis aan hun kinderen zwaar.

Wanneer de kinderen als volwassenen terugkeerden naar hun volk waren zij onherkenbaar veranderd.

Zij konden het stamleven niet meer aan.

Student aan de Carlisle school voor en na!

Hun families waren “vreemdelingen” voor hen.

Een van de zwaarste effecten van de kostschool opvoeding was dat zij hun eigen taal niet meer spraken.

Zo werd de communicatie en het overbrengen van traditionele waarden van ouderen naar de kinderen verbroken.

Kwam nog bij dat de kinderen op de school “ingeranseld” kregen dat hun eigen ras en cultuur minderwaardig en verwerpelijk was en moest verdwijnen.

Het resultaat van de kostschoolopvoeding was dat heel veel culturele waarden in één generatie weggevaagd werden.

In 1950 begon men zich in Canada te realiseren dat het hele kostschoolsysteem toch eigenlijk niet zo schitterend was.

Maar het heeft nog tot diep in de jaren 1980 geduurd dat de laatste kostschool gesloten werd.

Het kwaad was geschied in naam van het “Manifest Destiny” en de Christelijke, uiteraard “blanke,” God!

De Native Amerikanen en de First Nations in Canada eisen erkenning voor het leed dat hen werd aangedaan.

In Canada hebben de Anglicaanse en Rooms katholieke kerken die de kostscholen openhielden zich openlijk verontschuldigd voor de misdrijven die er gebeurd zijn.

Toen meer en meer slachtoffers naar buiten kwamen met bewijzen van de seksuele en lichamelijke mishandeling die zij doormaakten, zijn er verschillende Christelijke leiders, die verantwoordelijk waren voor de scholen aangeklaagd voor criminele activiteiten.

Too little, Too late!

De vreselijke erfenis

Het kostschool trauma blijft de Indianen in de USA en Canada nog steeds achtervolgen.

De indiaanse kinderen die in de kostscholen de mensonwaardige behandelingen hebben ondergaan zijn nu ouders en/of grootouders. Hun afkeer van scholen en onderwijs zit heel diep.

De “verloren generatie” die hun tradities, overleveringen en taal brutaal afgenomen werden zocht zijn toevlucht in alcohol.

De schade die aangericht werd in Jezus's naam  zal nog heel lang gevolgen hebben.